Nota Grondbedrijf 2010 - 2013, bijdrage Steven Lagendijk
maandag 06 december 2010 17:57
De fractie van de ChristenUnie heeft de nota Grondbeleid gelezen en hierbij ook het DHV rapport betrokken (dat we afgelopen zomer hebben ontvangen). Algeheel kan geconcludeerd worden dat het grondbeleid in Assen gedegen is. Dit wordt zowel door het DHV rapport als door de accountant bevestigd.
Dit alles wil niet zeggen dat er geen aandachtspunten voor onze fractie zijn. We willen de volgende punten noemen: ...
M.d.V
De fractie van de ChristenUnie heeft de nota Grondbeleid gelezen en hierbij ook het DHV rapport betrokken (dat we afgelopen zomer hebben ontvangen). Algeheel kan geconcludeerd worden dat het grondbeleid in Assen gedegen is. Dit wordt zowel door het DHV rapport als door de accountant bevestigd.
Dit alles wil niet zeggen dat er geen aandachtspunten voor onze fractie zijn. We willen de volgende punten noemen:
1) Informatie voorziening naar de raad
Het rapport van DHV heeft als een van de conclusies dat de informatievoorziening richting de raad als ‘statisch’ en als ‘black box’ wordt ervaren. Het gevolg is dat het grondbedrijf niet de aandacht krijgt die het behoeft. Dan gaat het met name om de relatie tussen ruimtelijke plannen en de gevolgen daarvan voor het grondbedrijf. De fractie van de ChristenUnie zou graag van het college willen horen wat ze hier aan gaat doen.
2) Complexe projecten
We hebben in onze stad steeds meer te maken met grotere en complexere projecten. Dit vraag om steeds betere projectsturing en risicomanagement. Dit wordt nog versterkt doordat veel van deze projecten in de bestaande stad plaatsvinden. Blijf als college hier goed vinger aan de pols houden!
3) Financiële onttrekkingen uit het grondbedrijf
De fractie van de ChristenUnie heeft al een aantal keren aandacht gevraagd voor het ontrekken van geld uit het grondbedrijf voor niet-grondbedrijf doeleinden. Het rapport van DHV legt daar ook de vinger bij en doet de aanbeveling hier kaders voor vast te stellen. Onze fractie kan zich bij deze aanbeveling aansluiten en geeft daarbij aan dat wat ons betreft er minimaal gebruik moeten worden gemaakt van dit soort onttrekkingen.
Concluderend kunnen we stellen dat we een degelijk (financieel) grondbedrijf in Assen hebben. Voor al de toekomstige ruimtelijke plannen hebben we de gelden van dit grondbedrijf hard nodig en zullen daar goed mee om moeten blijven gaan.
Tot zover
