Welke vrijheid wordt ik geacht door te geven? Weblog van Bert Wienen
Vanmiddag ben ik, met mijn college Harmke, naar het bevrijdingsfestival in Assen geweest. We waren er op uitnodiging van één van de Asser dienders. Ik zal er zo nog even wat meer over vertellen. Maar eerst moet mij iets anders van het hart.
Gedurende de tijd dat we rondliepen op het festivalterrein bij de Baggelhuizerplas, viel me de vreemde tegenstrijdigheid van het festival op......
Niet dat ik hiermee kritiek wil hebben op de organisatie of iets af wil doen aan de sfeer op het terrein, maar het is toch vreemd dat je vrijheid viert in een zo ‘onvrije’ omgeving. Het begint al bij binnenkomst. Het festivalterrein is geheel afgesloten van de buitenwereld. Slechts door enkele kleine doorgangen kun je je gedwee naar binnen laten drijven. Maar het terrein kom je niet op voordat je alle spullen in de broekzakken en tas hebt laten keuren. De pinpas en telefoon mogen mee naar binnen maar ik moest mijn snoepjes en pepermunt in een kliko werpen. Niet omdat ze van mij verwachtten dat ik ermee zou gaan gooien naar Jan en alleman maar er zijn schijnbaar wel lieden die dit wel doen. Daarnaast werd ik, ongevraagd, geacht iets van mijn vrijheid op te geven door me te laten fouilleren. De laatste handeling voordat de toegang tot het terrein voor mij werkelijkheid werd was dat ik een bandje om kreeg. Een merkteken, zodat iedereen aan mij kan zien dat ik tot een bepaalde doelgroep behoor. In mijn geval was er, gelukkig, weinig discussie over dat ik reeds mijn zestiende levensjaar achter de rug had, en daarmee werd ik een zogenaamde ‘groene festivalganger’. Kortom, ik was gecontroleerd, moest enige zaken achterlaten, ik werd vervolgens geclassificeerd, maar nu had ik wel volledige toegang tot alle zaken op het, door hekken afgeschermde, terrein. Maar ook dat bleek al snel schijn. Het zal wel nodig zijn, maar er was op het terrein sprake van een zogenaamde eigen munteenheid. Dus bij de grenswisselkantoren kon je de reguliere munteenheid omwisselen voor de munteenheid van het festival. Toen ik later, ik vertel er zo meer over, ook nog bemerkte dat de festivalgangers met camera’s worden opgenomen (wat mij overigens niet eens zo heel veel uitmaakt), dat festivalgangers om aangehouden te worden eerst naar het reguliere buitenterrein worden verplaatst en dat het kuddegedrag van de menigte mensen ongekende vormen aanneemt bij verschillende artiesten kon ik niet anders dan mijzelf afvragen: wat is hier nu vrijheid aan? Met z’n allen, onder toezicht van een aantal camera’s, als een kudde rood- groene festivalgangers, met een rammelende munteenheid in de zak, achter hoge hekken hossen en luisteren naar de zanger die op dit moment door het grootste gedeelte van de merkenmakers en daardoor door de goegemeente het beste wordt gevonden. Oh jah, en dan ook nog, als die zanger klaar is, als ware het de schapen op de Landjes, weglopen en vertier elders zoeken. Dan vraag ik me zomaar hardop af: welke vrijheid wordt ik hier dan geacht door te geven?
In een gesprek met de agent bij door wie we uitgenodigd waren spraken we hierover verder door. Terecht gaf hij aan dat de maatschappij wel erg aan het veranderen is. In deze tijd is het nu eenmaal nodig om de vrijheid in te perken en om heel helder, soms letterlijk, in beeld te brengen hoe gevaar en escalatie plaatsvinden. Al pratend met hem nam hij ons mee in de centraal post van de beveiliging en de politie. Een grote vrachtwagentrailer vol apparatuur. Op verschillende beeldschermen werd het hele festivalterrein in de gaten gehouden. Ook was er optimaal zicht op de lokalisatie van beveiligers en politieagenten. Snel en efficiënt optreden is op deze manier beter mogelijk. Ik was er wel van onder de indruk. De afstemming tussen beveiliging en politie en het belang van een organisatie, inclusief de politie en beveiliging, die dichtbij is. Dat lijkt me dus ook echt één van de gevaren van de centralisatie van de politie. Dat de politie-inzet nodig was, bleek al snel. Gedurende onze korte aanwezigheid werden er toch al twee aanhoudingen verricht.
En daar zit ik dan nu achter mijn laptopje om een weblog in elkaar te draaien. Er zit iets vreemds in onze samenleving. Om mensen vrijheid te geven, lijken we steeds meer een beroep te (moeten) doen beheersmaatregelen die een zekere onvrijheid in de hand werken, zoals bijvoorbeeld de camera’s, hekken en de toegangscontrolehandelingen. De pragmatiek van de agent die we spraken, die aangaf dat camera’s ook nodig zijn om hulpverleners en agenten de vrijheid te geven om te handelen, tegenover de meer morele verontwaardiging dat dit soort instrumenten nodig zijn om vrijheid te ’bewaken’. Er zit iets vreemds in. Ergens wringt het.
Zo liepen we samen naar buiten toe. Thuisgekomen heb ik eerst mijn groene bandje maar afgeknipt. Ik werd daarmee definitief festivalganger-af. Het was een mooi feest op een mooie locatie. Het was ook een alleraardigste ontmoeting met een bevlogen agent en een inkijkje in het werk van een groep bevlogen beveiligers. Ik ben weer aan het denken gezet. Misschien is vrijheid toch ook wel het meest te herkennen in het denken. Nou ja, weet je wat? Dan geef ik dat gewoon door…
Reactie: bertwienen@home.nl / twitter @bertwienen