Sorry, de laatste zin mist

zaterdag 14 maart 2009 11:43

Column vanaf de publieke tribune

Het was alweer donderdag, dus stond er een raadsvergadering op het programma. Het zijn spannende tijden. In het Torentje in Den Haag worden verwoede pogingen gedaan om het land door de crisis te loodsen. De berichtgeving tot nu toe is er een van een lastig verloop van de onderhandelingen. Het is moeilijk, moet je nu investeren of bezuinigen of investeren en bezuinigen? Hoe zorgen we dat we realistisch blijven zonder ‘met het hoofd tussen de knietjes te jammeren’? Hoe zorgen we ervoor dat mensen toch geld uit blijven geven? Al deze vragen kwamen gisteren voorbij in het eerste Asser raadsdebat over de crisis. Verschillende mogelijkheden kwamen voorbij, van het creëren van werkgelegenheid, het naar voren halen van reeds geplande projecten en het verruimen van de winkeltijden (ook op zondag). Nou ja, je kunt van deze zaken vinden wat je vindt, maar er wordt in ieder geval nagedacht. Wat mij betreft een wat nutteloos debat omdat de wethouder aangaf dat hij vooral doorgaat waarmee hij bezig is. Dat had hij vast ook zonder dit debat wel gedaan. Laten we de voorjaarsnota maar afwachten.

 

Na dit tergend lange verhaal kwamen de kruidige wieven van Assen op bezoek. Gestoken in nonnenkledij en muzikaal begeleid door gregoriaanse muziek stelden de wieven zich op in de raadszaal om hun statement te maken. Het waren de nonnen van het klooster op basis waarvan Assen is gesticht. Een mooie opmaat naar de festiviteiten rond 750 jaar Assen die dit weekend plaatsvinden. De goede kijker zag al dat de nonnen de vrouwen van de verschillende fracties uit de Assen raad waren.

 

Gedurende het optreden van de wieven moest ik even denken aan hoe het zo’n 750 jaar geleden moet zijn geweest. Soms denk ik dat die tijd, als je deze nonnen moet geloven, helemaal zo gek nog niet was. De bijdrages van de vrouwen (ze zegden allemaal enkele regels van een gedicht op) waren steeds kort en krachtig, raakten snel de kern en waren ook nog op rijm. Als ik dat vergelijk met de huidige bijdrages van enkele dames dan moet ik zeggen dat ik wel voorkeur heb voor die van vroeger tijden. Hun statement over het schrijven van geschiedenis door goed aandacht te geven aan de jeugd en aan de toekomst was een waardevolle. Ik hoop dat de vrouwen hun initiatief doorzetten en van dit statement wellicht nog eens een debat maken. Ik ben ervan overtuigd dat je dan wel eens nog meer aan je kaderstellende taak toe kunt komen, dan je agenda te laten bepalen door het college. Zo leerde ik wat wijze lessen van deze nonnen, allereerst dat kort en krachtige bijdragen die snel tot de kern komen meer overkomen dan oeverloos geklets, dat het maken van een statement kan als je over (fractie)grenzen heen durft te kijken en dat het eerbiedigen van je geschiedenis helpt bij het kijken naar de toekomst.

 

(leuk typisch vrouwelijk detail was overigens dat na de act iedereen die ook maar iets had bijgedragen aan de act (van chauffeur tot fotograaf) uitvoerig werd bedankt. Dit bedanken duurde haast langer dan de hele act).

 

Tenslotte werd in het vragenhalfuurtje aandacht gevraagd voor de situatie bij Alescon, de promotie van de activiteiten rond 750 jaar Assen (wethouder De Wal belooft een groot feest!) en werd gesproken over trapveldjes voor jongeren. Tenslotte eindigde de vergadering van de raad met het bespreken van de vrijwilligersnota. Een goede nota waarin aandacht is voor de positie van de vrijwilligers. De SP fractie vond het nodig om uitgebreide verhalen over zorgvrijwilligers kenbaar te maken. Ik snap niet waarom de SP opereert zoals ze opereert. Grote verhalen waar van alles wordt bijgesleept, zonder dat nu helder is waarom ze dat nu doen. Aly Joustra wijdde erg uit en dat doet af aan haar verhaal. Stiekem dacht ik ‘trek snel het nonnenpak weer aan en maak een kort en krachtig statement’, maar goed, dat kan natuurlijk niet. De vrijwilligersnota werd uiteindelijk aangenomen.

 

Zo kwam er een einde aan de raadsvergadering. Ik wilde afsluiten met de laatste regel van het gedicht van Egbert Hovenkamp, dat was namelijk echt de meest mooie zin van gisteren. Ik kan het gedicht alleen nergens meer vinden. Die houdt u nog van mij tegoed!

 

Bert Wienen

« Terug