Er moet me even wat van het hart. Graag wil ik jullie deelgenoot maken van een klein smetje op mijn Koninginnedag en een principiële weigering van een uitnodiging. Vanavond (Koninginnedag 2007) heb ik in hartje Assen genoten van de jaarlijkse Oranjetaptoe in Assen. Ook vanavond heb ik mijn indirecte bijdrage hieraan geleverd. Ik ben namelijk instructeur van marchingbands UDI en Jong UDI in Assen. Dat is alleen niet zo heel erg belangrijk. Ik weet niet of u ook op de taptoe bent geweest?

Als u opgelet heeft dan bestaat de taptoe uit twee delen. Uit een deel waar verschillende ‘burgerkorpsen’ muziek maken en showlopen op het Koopmansplein. Daarna komt er eerst een stoet met ‘belangrijke mensen’ waarna vervolgens de militaire band (Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso) komt opmarcheren.

Waar ik het met u graag over wil hebben is die stoet belangrijke mensen. Weet u wie dit zijn? Nou, dat is de burgemeester, dat zijn enkele wethouders én enkele van onze Asser raadsleden. Zoals ik in de aanhef van deze column schreef heb ik ook een uitnodiging ontvangen om boven in VanderVeen eerst te genieten van enkele luxe versnaperingen om vervolgens opwachting te maken op het Koopmansplein. Vervolgens had ik plaats mogen nemen op de klapstoeltjes om te genieten van de militaire kapel. Ik heb dit echter geweigerd op principiële gronden! Waarom? Nou dat zal ik u vertellen.

We moeten even terug in het verleden. Lange tijd geleden bood de toenmalige JWF kapel (de militaire kapel) de Asser bevolking een concert aan aan het einde van Koninginnedag op De Brink in Assen. Nu echter vindt dit plaats op het Koopmansplein. Er is altijd veel moeite gedaan om de JWF in Assen te houden. Ongeveer drie jaren geleden is een militaire kapel uit Den Haag samengevoegd met de JWF kapel in Assen. Assen is nu de standplaats van de Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso. Wat er echter ook is gebeurd is dat Assen sinds ongeveer tien jaren een Oranjetaptoe kent. Op de taptoe komen verschillende burgerkorpsen een optreden verzorgen. Op de Oranjetaptoe treden maar liefst drie Asser burgerkorpsen op namelijk: UDI Assen, Mercurius Assen en Jong UDI Assen.

Waar ligt nu mijn probleem? Nou, vanaf zeven uur begint de taptoe. Maar liefst vier rijen dik staat het publiek dan rond het Koopmansplein. Maar wat doen dan de burgemeester, de wethouders en deze raadsleden? Die kijken niet naar burgers, die genieten van versnaperingen en zijn er alleen als er een militair korps opkomt. Dan lopen ze in een stoet naar de klapstoeltjes om daar de groet af te nemen om te kijken naar de militaire muziek. Nu zult u denken, die burgemeester, de wethouders en enkele van de raadsleden houden van kwaliteit. Nou dan heeft u geen gelijk! Want als u kijkt naar deze militaire kapel dan kunt u genieten van muziek, maar van marcheren, van show en van uitstraling hebben ze echt geen kaas gegeten. Wandelend loopt het belastinggeld over het Koopmansplein. Ik als muziekliefhebber geniet van hun muziek en ben vaak te vinden op hun concerten. Maar als ze gaan lopen dan kijk ik liever even de andere kant op.

Wat zou mijn voorstel zijn? Nou burgemeester, wethouders en raadsleden. Trek u tijdens de taptoe niet terug in VanderVeen. Maar kijk ook gewoon eens even naar uw burgers. Kom gewoon, net als iedere andere burger, gewoon om zeven uur. Geniet van burgerkorpsen en daarna van militairen. Dan maken we er een mooie taptoe van, afgesloten met een finale waarin het Wilhelmus wordt gespeeld door de militaire kapel en alle burgerkorpsen. Als u dat dan doet, dan wil ik uw kopje koffie wel betalen. Vindt u het naar uw burgers ook niet een beetje vreemd om alleen maar even uw gezicht te laten zien als de militairen het Koopmansplein betreden?

Mocht ik ooit nog eens op een raadszetel terecht komen dan zal ik deze uitnodiging principieel blijven weigeren. Ik vind het belangrijk om ook interesse te tonen in de gewone burger en de gewone burgerkorpsen! Kom op mensen, misschien wordt in 2008 een goede kans. Een nieuwe burgemeester kan misschien zorgen voor een koerswijziging, want daarvoor is het nu toch echt tijd!

Bert Wienen