Bijdrage Sociaal domein door Bert Wienen
2015 was het eerste jaar waarin de gemeente verantwoordelijk was voor het uitvoeren van de zorgtaken die zijn gedecentraliseerd. Donderdag 26 mei werd een rapportage hierover behandeld in de raad. Er lagen geen besluiten voor, het was vooral een bespreking van de raad.
Steeds dichter komen we bij de rapportage die de raad voor ogen had bij de motie die we in 2014 indienden met betrekking tot integrale rapportage. We zijn er nog niet en gaan ervanuit dat de volgende rapportage nog weer verder verbeterd wordt.
Een aantal zaken hebben we technisch nagevraagd , deze zijn naar tevredenheid beantwoord. Voor ons blijven drie politieke punten over.
1. Allereerst gaat dat over mantelzorg en eigen kracht. Naar aanleiding van kader 2 uit de kadernota WMO. Een belangrijk kader voor ons als raad. Steeds meer wordt er bekend over de hoge belasting van mantelzorgers en jonge mantelzorgers. De woorden mantelzorg, eigen kracht en context komen in de hele rapportage niet voor. Dat lijkt mij veelzeggend. Het is goed om te vernemen dat er een werkgroep is gestart rondom respijtzorg. Hoe zien we daar straks de resultaten van terug? Worden in Assen mantelzorgers actief gewezen op de mogelijkheden van respijtzorg? Kortom, hoe ziet nu in werkelijkheid dat beroep op die eigen kracht en eigen context eruit. En hoe wordt vanuit het college gestuurd op kader 2.
2. Dan de monitor jeugd. Wij vinden het echt opvallend dat in Assen maar liefst ruim 1 op de 8 (14%) kinderen een vorm van zorg ontvangt. Dat zou je positief kunnen duiden (we hebben iedereen in beeld), maar een nadere analyse lijkt dat deze positieve duiding te vroeg is. Landelijk is het gemiddelde ongeveer 10% en ons percentage ligt hoger dan de omliggende gemeenten. We vinden het cijfer ook opvallend omdat de rapportage nog geen duidelijkheid heeft over niveaus 1 tot en met 3 (waar preventie binnenvalt) en de afspraken met het onderwijs er nog niet zijn. We willen graag weten wat de andere partijen hiervan vinden en kijken hoe we vinger achter dit cijfer kunnen krijgen om zo ook daadwerkelijk de oorzaken van deze hoge cijfers in beeld te krijgen. En om samen te bezien in hoeverre we beleid moeten bijstellen om daadwerkelijk ervoor te zorgen dat preventie gaat zorgen voor verminderd beroep op zorg. Kortom collega’s hoe denken jullie hierover?
3. Tenslotte nog het volgende. De zoektocht naar integraliteit in het sociaal domein houdt ons allemaal bezig en zo ook binnen onze fractie. Wij krijgen de laatste tijd meer signalen over armoede. Uit onderzoek van eind 2015 blijkt ook dat steeds meer kinderen opgroeien in een bijstandsgezin. Daarbij krijgen we ook signalen dat mensen zorg gaan mijden vanwege een hoge eigen bijdrage. Bij deze signalen moest mijn fractie terugdenken aan de inleiding begin van dit jaar van Dhr Albert Jan Kruyter van het Instituut Publieke Waarden. Stel nu dat de gevoelde armoede er inderdaad voor zorgt dat mensen meer aangewezen zijn op allerhande zorgvoorzieningen (dat weten we uit onderzoek) moeten we dan niet zien dat we in voorkomende gevallen gezinnen zelf meer mogelijkheden geven om oplossingen mogelijk te maken, zodat een beroep op zorg niet meer noodzakelijk is of minder noodzakelijk wordt. Wij hebben het antwoord ook nog niet, maar leggen het graag hier in de raad neer en vragen andere partijen of zij op een later moment, na wat verdere voorbereiding, verder met ons over na willen denken en door willen spreken.