1. Is het college nog steeds (zoals spreekt uit de beantwoording van de wethouder onderwijs tijdens de behandeling van de begroting) van mening dat verzelfstandiging van het Openbaar Onderwijs (Plateau) op inhoudelijke gronden een goede keuze is? 

2. Wat is de reden dat de wethouder, tijdens de beantwoording bij de behandeling van de begroting, ontwijkend antwoordde op de vraag van de ChristenUnie inzake de stand van zaken van de verzelfstandiging van Plateau? Dit terwijl op dat moment bij de wethouder bekend moet zijn geweest, hij zou dit immers een week later bespreken in het college (gezien de besluitenlijst 13 november 2012), wat zijn voorstel naar het college zou zijn. Ons gevoel hierover wordt versterkt door de berichtgeving van het DvhN (d.d. 17 november 2012) waarin de voorzitter van de bestuurscommissie aan het woord is en meldt dat hij positief staat tegenover het uitstel van de verzelfstandiging. Hierover moeten dan al ten tijde van de begrotingsbehandeling contacten zijn geweest. Heeft de wethouder op de vraag van de ChristenUnie naar de stand van zaken inz. verzelfstandiging Plateau wel de daadwerkelijke stand van zaken van dat moment weergegeven?

3. In de brief (d.d. 16 november 2012) wordt als één van de bedreigingen de terugloop van het leerlingenaantal genoemd. Echter, in het DvhN (d.d. 17 november 2012), spreekt de wethouder over gunstigere leerlingenprognoses. Hoe verhouden deze zaken zich tot elkaar?

4. Hoe kan het dat, 2,5 jaar na het aantreden van dit college, pas nu het inzicht wordt verworven dat verzelfstandiging zorgvuldig moet gebeuren (brief d.d. 16 november) en hoe kan het dat deze constatering pas nu tot concrete stappen (het instellen van het verbeterplan) leiden? Wanneer is het verbeterplan klaar en wanneer kan de raad over dit plan debatteren?

5. Waarom kiest u voor een periode van twee jaren, wat er effectief toe leidt dat deze raad er in deze periode niet meer over kan spreken? Wat is de reden dat het onderzoek naar verzelfstandiging en het verbeterplan niet tegelijk kunnen worden uitgevoerd en ingezet? Waarom heeft het verbetertraject niet integraal de verzelfstandiging als doel?

6. Het college noemt in de brief (d.d. 16 november 2012) naast ‘de uitkomsten van de financiële analyse’ en ‘bezoeken in de regio’ ook de bezuinigingen van Rijkswege. Welke bezuinigingen bedoelt u hier precies? En hoe raken deze bezuinigingen zo direct Plateau zodat zij hierdoor bijzonder wordt geraakt in het verzelfstandigingstraject? En gelden deze bezuinigingen dan ook niet voor het bijzonder onderwijs, waarom maakt u hierin verschil?

7. Uit de brief (d.d. 16 november 2012) maken wij op dat het college erkent tekort geschoten te zijn in haar toezichthoudende rol (anders kunnen wij niet verklaren waarom u pas na 2 jaren tot het inzicht komt zoals benoemd in de brief). Hoe heeft dit kunnen ontstaan en wat heeft u in de afgelopen periode gedaan om de toezichthoudende taak te verbeteren?

8. Voorzitter in de brief lezen wij niets over de 260.000 euro. Mijn fractie gaat ervan uit dat u onverkort uitvoering geeft aan de kaders die de Gemeenteraad heeft gesteld. De verzelfstandiging an sich hoeft geen ‘heilig moeten’ te zijn, maar het vasthouden aan de financiële kaders vanzelfsprekend wel. Klopt deze constatering?

Graag wacht de fractie van de ChristenUnie de beantwoording af.

Namens de ChristenUniefractie,

Bert Wienen
raadslid